Met pensioen gaan
Bij ons pensioenfonds gaat u standaard met pensioen als u 68 jaar bent. Voordat u met pensioen gaat, kunt u een aantal keuzes maken. In Mijn pensioen kunt u berekenen wat bepaalde keuzes voor uw pensioen betekenen.
Wat moet u doen?
- Als u op de standaarddatum met pensioen gaat, hoeft u zelf vooraf niets te regelen.
U krijgt 6 maanden van te voren meer informatie van ons. We leggen u daarin duidelijk uit hoe u uw pensioen aanvraagt. - Wilt u op een ander tijdstip met pensioen?
U kunt ervoor kiezen eerder of later met pensioen te gaan. U kunt ook kiezen voor deeltijdpensioen. - Vlak voor uw pensioendatum maakt u de laatste keuzes voor uw pensioen.
Uitruilen en/of eerst hoger, dan lager.
Pensioen omzetten
Standaard bouwt u bij ons pensioenfonds een ouderdomspensioen op. Dit pensioen gaat in op de dag dat u 68 jaar wordt. Als u getrouwd bent wordt dit pensioen standaard omgezet naar een ouderdoms- en partnerpensioen. Hiervoor worden zogenoemde flexibiliseringsfactoren gebruikt. Ook als u eerder met pensioen wil, of misschien een AOW-overbruggingspensioen wil hebben, worden er flexibiliseringsfactoren gebruikt om uw ouderdomspensioen om te zetten in de vorm die u wenst. Die factoren moeten (wettelijk) voor mannen en vrouwen gelijk zijn. Tegelijk zijn die factoren zo opgesteld dat de omzettingen in een jaar neutraal plaatsvinden. Ofwel naar verwachting wordt er geen winst of verlies gemaakt op de omzettingen die er in een jaar zijn.
Jaarlijks worden de flexibiliseringsfactoren aangepast
De flexibiliseringsfactoren worden ieder jaar aangepast. In de afgelopen jaren viel het verschil tussen de factoren van jaar op jaar wel mee. Van belang voor de factoren zijn onder meer de hoogte van de rente, de man-vrouw samenstelling van de mensen de kiezen en natuurlijk de levensverwachting. De flexibiliseringsfactoren worden dus gebruikt om de hoogte van uw pensioen vast te stellen. Alleen in 2022 is de rente fors gestegen, en dat heeft impact gehad op de flexibiliseringsfactoren voor 2023. Misschien heeft u in 2022 een pensioenberekening bij ons aangevraagd of heeft u zelf een berekening gemaakt via de pensioenplanner. Als de berekening nu zou worden gemaakt ziet u dat er (grote) verschillen kunnen zijn in vergelijking met de berekening die u in 2022 maakte. Hoe groot het verschil is, is vooral afhankelijk van de gemaakte keuze(s) en bijvoorbeeld het aantal jaren van vervroeging of de omzetting naar een AOW-overbruggingspensioen.
Waarom zijn de factoren gewijzigd?
Het bestuur van BPZ stelt ieder jaar nieuwe factoren vast. Deze zijn onder andere gebaseerd op de levensverwachting en de rekenrente. Door de hogere rekenrente zijn de factoren voor vervroeging van pensioen en het inkopen van tijdelijk pensioen (AOW-overbruggingspensioen) minder gunstig dan in 2022. Hierdoor kan het zijn dat de verwachte uitkering in 2023 (aanmerkelijk) lager is dan u verwacht op basis van de factoren 2022. Helaas moeten wij rekening houden met de rekenfactoren die gelden op het moment dat u met pensioen gaat. Als het resultaat tegenvalt dan kunt u eventueel uw keuzes aanpassen of uw pensioen uitstellen. Het toepassen van de oude factoren zou betekenen dat het fonds verlies maakt op bijvoorbeeld de vervroeging van pensioen. Dat zou niet fair zijn naar de deelnemers die nog niet met pensioen kunnen gaan. Om die reden worden de factoren ieder jaar aangepast voor het nieuwe jaar.