Met pensioen gaan

Bij ons pensioenfonds gaat u standaard met pensioen als u 68 jaar bent. Voordat u met pensioen gaat, kunt u een aantal keuzes maken. In Mijn pensioen kunt u berekenen wat bepaalde keuzes voor uw pensioen betekenen.

Wat moet u doen?

  • Als u op de standaarddatum met pensioen gaat, hoeft u zelf vooraf niets te regelen.
    U krijgt 6 maanden van te voren meer informatie van ons. We leggen u daarin duidelijk uit hoe u uw pensioen aanvraagt.
  • Wilt u op een ander tijdstip met pensioen?
    U kunt ervoor kiezen eerder of later met pensioen te gaan. U kunt ook kiezen voor deeltijdpensioen.
  • Vlak voor uw pensioendatum maakt u de laatste keuzes voor uw pensioen.
    Uitruilen en/of eerst hoger, dan lager.

Geef op tijd uw keuzes aan ons door!

Pensioen omzetten
Standaard bouwt u bij ons pensioenfonds een ouderdomspensioen op. Dit pensioen gaat in op de dag dat u 68 jaar wordt. Als u getrouwd bent wordt dit pensioen standaard omgezet naar een ouderdoms- en partnerpensioen. Hiervoor worden zogenoemde flexibiliseringsfactoren gebruikt. Ook als u eerder met pensioen wil, of misschien een AOW-overbruggingspensioen wil hebben, worden er flexibiliseringsfactoren gebruikt om uw ouderdomspensioen om te zetten in de vorm die u wenst. Die factoren moeten (wettelijk) voor mannen en vrouwen gelijk zijn. Tegelijk zijn die factoren zo opgesteld dat de omzettingen in een jaar neutraal plaatsvinden. Ofwel naar verwachting wordt er geen winst of verlies gemaakt op de omzettingen die er in een jaar zijn.

Jaarlijks worden de flexibiliseringsfactoren aangepast
De flexibiliseringsfactoren worden ieder jaar in december aangepast. Van belang voor de factoren zijn onder meer de hoogte van de rente, de man-vrouw samenstelling van de mensen de kiezen en natuurlijk de levensverwachting. De flexibiliseringsfactoren worden dus gebruikt om de hoogte van uw pensioen vast te stellen. Wij houden rekening met de rekenfactoren die gelden op het moment dat u met pensioen gaat. Het toepassen van de oude factoren zou immers kunnen betekenen dat het fonds verlies maakt op bijvoorbeeld de vervroeging van pensioen. Dat zou niet fair zijn naar de deelnemers die nog niet met pensioen kunnen gaan. Omgekeerd willen we er ook geen winst opmaken. Om die reden worden de factoren ieder jaar aangepast voor het nieuwe jaar.

Met name de rente heeft een grote impact op de flexibiliseringsfactoren. Als deze fors stijgt of daalt dan kan dit veel uitmaken voor de hoogte van het te verkrijgen pensioen. Misschien heeft u voor het eind van het jaar een pensioenberekening bij ons aangevraagd of heeft u zelf een berekening gemaakt via de pensioenplanner voor pensionering in het volgende jaar. In dat geval zijn de factoren nog niet aangepast. Houdt u er dus rekening mee dat de pensioenbedragen kunnen wijzigen. Hoe groot het verschil is, is vooral afhankelijk van de gemaakte keuze(s) en bijvoorbeeld het aantal jaren van vervroeging of de omzetting naar een AOW-overbruggingspensioen. Als het resultaat tegenvalt dan kunt u eventueel uw keuzes aanpassen of uw pensioen uitstellen. Vraag dit bij ons na!