Wat krijgt u in deze pensioenregeling?

ouderdomspensioen

U krijgt ouderdomspensioen vanaf uw 68e jaar

U bouwt bij ons ouderdomspensioen op voor later. U neemt namelijk via uw werkgever deel aan onze pensioenregeling. U krijgt dit pensioen zolang u leeft. Elke maand krijgt u een bedrag op uw rekening.

Uw ouderdomspensioen is een aanvulling op uw AOW
De AOW van de overheid gaat nu vanaf 67 jaar (2024). Maar die leeftijd gaat in stappen omhoog. Als de levensverwachting verder blijft stijgen, gaat ook de AOW-leeftijd omhoog. U leest hierover meer op SVB.nl.

Uw pensioen en AOW gaan waarschijnlijk niet tegelijk in
U heeft dan misschien een tijdje minder inkomen als u stopt met werken. U kunt de datum waarop uw pensioen ingaat wel aanpassen. Die keuze maakt u als uw pensioen bijna ingaat. Het is verstandig om nu al na te denken over wat u wilt. Bijvoorbeeld of u iets extra’s moet regelen als u niet zo lang wilt doorwerken.

Uw ouderdomspensioen hangt af van…

  • het salaris dat u verdient
  • het aantal jaren dat werkt
  • de premie die uw werkgever betaalt
  • de mogelijke toeslagverlening (verhoging)
  • de regels in ons pensioenreglement.

Zo bouwt u pensioen op
Onze pensioenregeling is een uitkeringsovereenkomst in de vorm van een zogenoemde collectief beschikbare premieregeling (CDC-regeling). Dit houdt in dat uw werkgever een vast percentage aan premie voor uw pensioen betaalt. Soms is die premie niet genoeg om de beoogde pensioenopbouw te behalen. Dan verlagen we het percentage dat u aan pensioen opbouwt. U bouwt elk jaar pensioen op. U doet dat over uw vaste salaris in dat jaar en over uw variabele salaris in het vorige jaar. Maar niet over uw hele salaris:

  • Wij trekken van uw vaste salaris eerst een franchise af. U krijgt later namelijk ook AOW van de overheid. De franchise is € 18.978,- per jaar (2024) Het deel van uw vaste salaris dat overblijft, noemen we pensioengrondslag A. Hierover bouwt u elk jaar 1,8% ouderdomspensioen op. Dit is het opbouwpercentage in 2024.
  • Heeft uw salaris ook een variabel deel? Dan bouwt u ook pensioen op over uw variabel salaris over het vorig jaar (pensioengrondslag B).
  • Boven een salaris van € 78.005,- per jaar (2024) bouwt u geen pensioen op in onze pensioenregeling.

Een voorbeeld
Uw vaste salaris is € 27.572,- per jaar. U heeft geen variabel salaris. De franchise is € 18.978,-. U bouwt dus over € 8.594,- pensioen op. Dit is uw pensioengrondslag A. U bouwt daarover ouderdomspensioen op. Heeft uw salaris ook een variabel deel? Dan bouwt u daarover ook op. Dat is uw pensioengrondslag B. Het ouderdomspensioen dat u straks krijgt, is een optelsom van alle jaren dat u werkt. We tellen daar uw verhogingen bij op. Die krijgt u elk jaar als dit financieel kan. Dit heet toeslagverlening.

Lees ook deze informatie
U vindt alle definities en voorwaarden in ons pensioenreglement in laag 3. De pensioenbedragen staan op uw Uniform Pensioenoverzicht. U vindt dit bij Mijn pensioen en op mijnpensioenoverzicht.nl.

partnerenwezenpensioen

U bent bij ons verzekerd voor partner- en wezenpensioen

U bent dit zolang u bij uw werkgever werkt. U neemt dus deel aan onze pensioenregeling. Dat is een voorwaarde.

Uw partner en kinderen krijgen pensioen als u overlijdt

  • Uw partner krijgt partnerpensioen zolang hij of zij leeft. Dit is 1,3125% van de pensioengrondslag per gewerkt jaar. Hierbij wordt rekening gehouden met het pensioen dat u zou krijgen als u tot uw pensionering bij ons pensioen zou opbouwen.
  • Uw kinderen krijgen wezenpensioen tot hun 18e jaar. Studeren zij? Dan krijgen zij dit tot hun 27e. Dit is 20% van het partnerpensioen dat u partner na uw overlijden krijgt.
  • Bent u jonger dan 18 jaar? Dan bouwt u nog geen ouderdomspensioen op.

Dit geldt als u uit dienst gaat en niet meer deelneemt aan de pensioenregeling. Of als u met pensioen bent
Werkt u niet meer in onze bedrijfstak? En neemt u niet meer deel aan de pensioenregeling van het fonds? Of bent u met pensioen? Dan zijn er 2 situaties mogelijk:

  • U bent getrouwd of u heeft een geregistreerd partner:
    • Wij ruilen standaard een deel van uw ouderdomspensioen om voor pensioen voor uw partner- en kinderen. Zo hebben uw partner en kinderen toch een pensioen als u overlijdt. Dit betekent dat uw eigen ouderdomspensioen lager wordt.
    • Wilt u dit niet? Of wilt u een groter of kleiner deel van uw ouderdomspensioen omruilen? Geef dit dan binnen 2 maanden na einde deelname of binnen 3 maanden na pensionering aan ons door.
    • Wij ruilen geen deel van uw ouderdomspensioen om als uw pensioen bij einde deelname minder bedraagt dan de wettelijke (afkoop)grens voor kleine pensioenen. Deze grens is € 592,51 (2024).
    • Wilt u uw ouderdomspensioen ruilen, maar wordt uw ouderdomspensioen daardoor minder dan de wettelijke (afkoop)grens voor kleine pensioenen? Dan ruilen wij niet om.
    • Ruilde u een deel van uw ouderdomspensioen bij einde deelname om voor partnerpensioen? Dan kunt u dit op de pensioendatum weer terug ruilen.
  • U bent niet getrouwd of heeft u geen geregistreerd partner. U woont wel samen:
    • U kunt ervoor kiezen om een deel van uw eigen ouderdomspensioen om te ruilen voor pensioen voor uw partner- en kinderen. Uw eigen ouderdomspensioen wordt dan lager. En uw partner en kinderen krijgen een pensioen van ons als u overlijdt.
    • Wilt u dit? Geef dit dan binnen 2 maanden na einde deelname of binnen 3 maanden na pensionering aan ons door.
    • Wilt u uw ouderdomspensioen ruilen, maar wordt uw ouderdomspensioen daardoor minder dan de wettelijke (afkoop)grens voor kleine pensioenen? Dan ruilen wij niet om.
    • Ruilde u een deel van uw ouderdomspensioen bij einde deelname om voor partnerpensioen? Dan kunt u dit op de pensioendatum weer terug ruilen.

U leest meer bij Welke keuzes heeft u zelf? kijk bij Onderling ruilen van uw pensioen.

U kunt uw pensioen bij ons ook meenemen naar uw nieuwe pensioenuitvoerder
Krijgt u bij een nieuwe werkgever een andere pensioenregeling? Dan gaat u daar misschien partner- en wezenpensioen opbouwen. Uw partner en kinderen krijgen dan misschien meer pensioen als u overlijdt. Overleg dit met uw nieuwe pensioenuitvoerder.

Uw partner krijgt misschien ook een Anw-uitkering van de overheid
Overlijdt u? Dan krijgt uw partner misschien een uitkering van de overheid. Dit staat in de Algemene Nabestaandenwet (Anw). U vindt alle informatie op SVB.nl. Bijvoorbeeld over de voorwaarden:

  • Uw partner zorgt voor een kind jonger dan 18 jaar, of
  • Uw partner is meer dan 45% arbeidsongeschikt.

U kunt de uitkering voor uw partner misschien zelf aanvullen
Wilt u er zeker van zijn dat uw partner extra geld krijgt als u overlijdt voor uw pensioendatum? U kunt via uw werkgever misschien een tijdelijk partnerpensioen verzekeren. Uw partner krijgt dan naast het partnerpensioen ook een tijdelijk partnerpensioen van € 19.080,- (2024). Uw partner krijgt dit tot zijn of haar AOW ingaat of tot zijn of haar eerdere datum van overlijden. Vraag uw werkgever naar de mogelijkheden.

Let op: Deze verzekering stopt niet automatisch. Gaat u scheiden? Uit dienst? Bereikt uw partner de AOW-leeftijd of overlijdt uw partner? Geef dit dan door aan de werkgever. Anders loopt de premiebetaling gewoon door.

Uw partner is voor ons…

  • de persoon met wie u getrouwd of geregistreerd partner bent.
  • de persoon met wie u minstens 6 maanden samenwoont.
  • uw partner is niet uw kind of uw vader of moeder. En ook niet uw oma of opa. Uw partner kan dus geen familie in de rechte lijn zijn.

Woont u samen? Dan geldt dit ook:

  • U moet uw partner bij ons hebben aangemeld.

Uw kind is voor ons…

  • Uw eigen kind of een kind dat u adopteert.
  • uw stief- of pleegkind. U onderhoudt dit kind en voedt het op als uw eigen kind.

Lees ook deze informatie
U vindt alle voorwaarden in ons pensioenreglement in laag 3. De pensioenbedragen staan op uw Uniform Pensioenoverzicht. Maar ook op Mijn pensioen en mijnpensioenoverzicht.nl.

arbeidsongeschiktheid

U blijft pensioen opbouwen als u arbeidsongeschikt bent

Als u ziek wordt, betaalt uw werkgever uw salaris door. U blijft dus ook pensioen opbouwen. In het 1e jaar krijgt u volledig salaris. U bouwt ook volledig pensioen op. In het 2e ziektejaar krijgt u minder salaris en bouwt u ook minder pensioen op. Bent u langer dan 2 jaar ziek geweest? Dan bent u arbeidsongeschikt.

Wordt u minstens 35% arbeidsongeschikt? Dan blijft u toch pensioen bij ons opbouwen. Dat doet u over pensioengrondslag A en vanaf 1 januari 2018 ook over pensioengrondslag B. U betaalt daarvoor dan geen premie meer. Ons pensioenfonds betaalt uw premie. Dit geldt alleen voor het deel dat u arbeidsongeschikt bent. Bent u helemaal arbeidsongeschikt? Dan betalen wij uw hele premie. Werkt u nog voor een deel? Dan blijft u voor dat deel op de normale manier pensioen opbouwen. U en uw werkgever betalen samen de premie.

Zo werkt het
In dit schema leest u hoeveel pensioen u blijft opbouwen op onze kosten.

U bent arbeidsongeschikt voor: U blijft dan pensioen opbouwen voor:
0 tot 35% 0%
35 tot 45% 40%
45 tot 55% 50%
55 tot 65% 60%
65 tot 80% 72,5%
80 tot 100% 100%

U krijgt misschien ook een uitkering van de overheid. U leest meer op UWV.nl.

Laat het ons weten als u arbeidsongeschikt wordt
Wordt u arbeidsongeschikt? Of wordt u méér of minder arbeidsongeschikt? Geef dit altijd aan ons door. Stuur ons een kopie van de brief van het UWV waarin die beslissing staat. Wij kunnen de voortzetting van uw pensioen dan snel voor u regelen.

reglement

U vindt álle regels in ons pensioenreglement

Wilt u precies weten wat de regels zijn? Lees dan ons pensioenreglement in laag 3. Krijgt u het pensioenreglement liever op papier? U vraagt dit makkelijk en snel aan bij contact.